Startpagina / Aanbevolen /

Wat betekent schaapscheerderskou in juni?

Vaak in juni
Wat is schaapscheerderskou?

schaap kou juni regen vorst

Schaapscheerderskou is een periode in juni waarin het vaak relatief koud en vochtig is. De oorzaak is polaire lucht vanuit het noorden. De zomerse omstandigheden maken dan plaats voor veel bewolking en regenachtig weer. Dit kwam vroeger goed uit, want zo werd de kale huid van het schaap niet blootgesteld aan de felle junizon.

Wat is schaapscheerderskou?

In sommige jaren komt er plots na een warmere periode een koudegolf voor. Vooral in het eerste en twee derde deel van juni. Dan stroomt er vanuit het noorden koele lucht van zee of zelfs polaire lucht naar de laaglanden. Overdag doet het kwik een flinke stap terug en ’s nachts is er kans op vorst. De opvallende koude fase gaat vaak gepaard met regenachtig weer.

Waar komt het begrip vandaan?

De term heeft te maken met de schapen. Traditioneel worden in juni de eerste schapen geschoren. Het is echter een geschikte periode om schapen van de wol te ontdoen, omdat de temperaturen veel lager zijn en het veelal bewolkt is. Kale schapen kunnen zonlicht namelijk slecht verdragen en hebben een schaduwplek nodig. Ook voor de veehouder was het koudere weer veel aangenamer tijdens het scheren.

Wanneer is de schaapscheerderskou?

De periode met de koude-inval komt doorgaans voor tussen 5 en 20 juni, maar dit blijft niet beperkt tot een specifieke dag. Niettemin kan het in juli ook koud en regenachtig zijn. Dit wordt geassocieerd met “Zevenbroedersdag” op 10 juli met de spreuk: “Regent het op Zevenbroedersdag, dat het nog zeven weken regenen mag.”

Wanneer eindigt het?

Er is dus geen vaste datum waarop de kou verdwijnt. De kans op een koudegolf neemt daarentegen aanzienlijk af na de start van de astronomische zomer. In sommige gevallen was er begin juni een regenachtige en koele fase, die vervolgens werd gevolgd door wekenlang zomerweer. In andere jaren komt schaapscheerderskou pas half juni en eindigt de periode na een paar dagen. Soms is er helemaal geen sprake van schaapscheerderskou. Daarom is het moeilijk van tevoren precies te zeggen wanneer het plaatsvindt.

Hoe komt het tot schaapscheerderskou?

Drie weersomstandigheden kunnen de kou-inval bevorderen:

  • Vooral in de eerste helft van juni wordt er vanuit het noorden tussen een hoog op de Noord-Atlantische Oceaan en een laag boven Scandinavië vaak koudere lucht aangevoerd. Polaire lucht is hier meestal verantwoordelijk voor.
  • Als het hogedrukgebied meer naar het westen ligt, waait er koele Noordzeelucht naar ons aandachtsgebied. Dit resulteert in veel wolken en regen.
  • Vaak wordt de koude lucht vanuit het noordwesten veroorzaakt door een lagedrukgebied boven Noordoost-Europa, omdat de landmassa en de zeeën in deze periode anders opwarmen. Het oppervlak is in juni al aanzienlijk warmer, terwijl de zee nog relatief koud is. Er ontstaat daardoor een depressie boven Midden- of Noordoost-Europa, terwijl de luchtdruk boven het water hoger is – vergelijkbaar met een aanlandige wind. De storing boven het vasteland zuigt de koelere luchtmassa aan.

Alle bovengenoemde weersituaties zijn mogelijk en hebben één ding gemeen: Vóór de schaapscheerderskou bepaalt een warme wind uit het zuid tot zuidwesten het weer. Wanneer de kou arriveert, zoekt de wind de noordwest- of noordhoek op. Deze koudere fase is vergelijkbaar met de zomermoesson in India en Pakistan en wordt daarom ook wel de “Europese zomermoesson” genoemd.

Zelfs een hoog boven Scandinavië kan nog steeds leiden tot behoorlijk koude continentale lucht vanuit het noordoosten van Siberië naar ons aanvoeren. Overdag heerst er dan zonnig en zacht weer, maar ’s nachts is het erg koel met kans op vorst. Dergelijke weersomstandigheden worden echter zelden geassocieerd met schaapscheerderskou.

Waar is de schaapscheerderskou het ergst?

De koude-inval treft ook ons, maar treedt voornamelijk op in Midden-Europa. Vooral Duitsland en Oostenrijk krijgen hier meer te maken. Dit is vooral te merken in de hoger gelegen regio’s van de Alpen. Ook de late winter kan weer toeslaan. Een grote hoeveelheid verse sneeuw is dan ook niet ongebruikelijk halverwege juni.

Kalender en boerenregels

De meeste landbouwregels zijn oud en dateren uit de Middeleeuwen, sommige zijn zelfs meer dan 1500 jaar oud. Een groot deel ervan ontstond in de periode voor de vorming van de Gregoriaanse kalender in 1582. Bij deze kalender werden tien dagen geschrapt om de kalender beter aan te passen aan het feitelijke pad van de zon. Dit leidde ertoe dat alle naamdagen, inclusief de kalenderheiligen, toen dagen naar voren werden geschoven. Dit geldt bijvoorbeeld voor de IJsheiligen.

Wist je dat?

Schaapscheerderskou is vergelijkbaar met de IJsheiligen in mei, maar verloopt minder koud. Ook is de kans op nachtvorst kleiner, maar dat is ook in juni zeker niet uitgesloten.

Sommige zogenaamde verloren dagen werden tien dagen vooruitgeschoven, maar anderen niet. De astronomische zonnewende viel toen op 11 juni, ten tijde van de hervorming van de Gregoriaanse kalender. In 1582 werd 4 oktober onmiddellijk gevolgd door 15 oktober, zodat de lente-equinox sindsdien overeenkomt met 21 maart.

Weer & Radar redactie
Ook interessant
zondag 1 juni 2025

In de gaten houden

Vannacht kans op noorderlicht
donderdag 29 mei 2025

Enorme gletsjerinstorting

Zwitsers dorp bedolven onder puin
zondag 1 juni 2025

Enorme hagel in Limburg

Ook elders forse onweersbuien
Alle berichten
Weer & Radar

www.weerenradar.nl

facebooktwitteryouTubeContactlinkList
Privacy Policy | Colofon