Let op: Komende dagen kans op dichte en hardnekkige mist

De afgelopen dagen was er regionaal al amper een knipoog van de zon te zien. In plaats daarvan presenteert de lucht zich vaak zwaarbewolkt en de komende tijd verandert daar weinig aan. Integendeel, in de ochtenden komt er plaatselijk hardnekkige mist voor en blijft het zelfs permanent grijs.

De weersomstandigheden zijn verantwoordelijk voor deze kleine wereld. De Benelux ligt de komende dagen namelijk in het meteorologische niemandsland of een zogenaamd “zadelgebied”.

Simpel omschreven: er liggen geen uitgesproken hoge- en lagedrukgebieden in de buurt van ons aandachtsgebied. De verschillen in luchtdruk zijn eveneens navenant zwak. Hierdoor staat er minder wind en is de luchtmassa nagenoeg overal bijna gelijk. Dit bevordert de vorming van een zogenaamde inversie. Dat is een toename in temperatuur met hoogte.

Normaal neemt de temperatuur met de hoogte af. Een vuistregel is dat iedere honderd meter het kwik met één graad daalt. Als het warmer dan kouder wordt met toenemende hoogte, wordt dit een omkering of inversie genoemd. De inversielaag werkt dan als een soort barrière en wordt daardoor als bijna ondoordringbaar beschouwd.

Deze laag vertegenwoordigd ook vaak de bovengrens van wolken-, mist- of nevellagen en dit precies waar het aanhoudende ochtendgrijs de komende dagen aanhoudt.

Het weer is dus meestal in beweging, maar nu hebben we te maken met een sterk geblokkeerd patroon. Weerfronten van lagedrukgebieden blijven hierdoor vrijdag en zaterdag uit. Ze passeren de Benelux nauwelijks.

Bij een zicht van minder dan 1 kilometer spreekt men in de weerkunde van mist en bij een zicht minder dan 200 meter van dichte mist. Zeer dichte mist treedt op bij minder dan 50 meter zicht. In principe is dit eigenlijk niets anders dan een wolk aan de grond.

Mist vormt zich vaak tussen oktober en februari, maar het kan ook buiten deze maanden voorkomen wanneer het ’s nachts sterk afkoelt en de lucht helder is. Maar hoe ontstaat het nou precies?

Overdag verdampt de zon het water van ochtendgrijs, meren en rivieren, waardoor er waterdamp ontstaat. ’s Nachts koelt de lucht snel af, waarbij de waterdamp vervolgens condenseert in hele kleine waterdruppeltjes.

Deze druppels verzamelen zich op atmosferische stof- en roetdeeltjes waardoor de waterdruppeltjes zichtbaar worden. De mist wordt gecreëerd. Zodra de zon schijnt is de mist in de regel snel opgetrokken, vooral als de dag vrij warm verloopt.

Automobilisten neigen er wel eens naar om bij mist het grote licht in te schakelen, maar dit werkt in principe alleen maar averechts en kan resulteren in een ongeluk. Door de mist verspreidt het licht zich namelijk alleen maar en wordt het weerkaatst naar de bestuurder zelf.

Je mag doorgaans je mistlampen voor aan doen bij slecht weer door dichte mist en hevige regen- en sneeuwval. Concreet betekent dit dus dat je minder dan 200 meter zicht hebt. Als je de mistlampen voor hebt ingeschakeld, mag je tevens je dimlichten uitschakelen en het stadslicht gebruiken.

Voor de achterkant gelden er echter andere regels: deze mistlampen mogen alleen aangezet worden wanneer het zicht door zeer dichte mist wordt gereduceerd naar minder dan 50 meter. Dus niet bij regenval. Heb je onterecht je mistverlichting ingeschakeld? De boete bedraagt inmiddels 150 euro.